De representatie van ‘de Docent’
All the world's a stage
and all the men and women merely players
they have their exits and their entrances
and one man in his time plays many parts
(William Shakespeare, As you like it, 1599)
Donderdag 25 juni 2015 vond het congres Kwaliteit van Onderwijs plaats. Het gesprek over kwaliteit van onderwijs zou er voor iedereen moeten zijn, zo was de boodschap. Toch leek die 25ste iets vreemds aan de hand te zijn. De meeste auteurs in de essaybundel die vooraf naar de deelnemers was gemaild, waren als docent aan een universiteit verbonden. Daarnaast was een vijfde van de aanwezige deelnemers docent. Toch merkte een van de deelnemers op dat ‘de docent’[1] niet een bijzondere rol had tijdens het congres. Het viel me op dat er geregeld op werd gewezen dat de docent meer te zeggen zou moeten hebben en in de ontwerpsessie: ‘Manifest’ werd er zelfs gesteld dat de docent meer lef zou moeten hebben. Essayist Hans de Bruijn, die ook in de verdiepingsessie ‘School’ een inleiding gaf, had het over de huidige representatie van de docent als slachtoffer. Dus ondanks de substantiële bijdrage van de docent aan het congres, zowel in kwalitatieve als kwantitatieve zin, heerste er op die dag een onbevredigend gevoel over de rol van de docent in het gesprek over kwaliteit van onderwijs, wat die representatie van de docent als slachtoffer lijkt te bevestigen. In deze blog ga ik in op de gevolgen daarvan en opper ik een alternatief.
In zijn essay en tijdens de verdiepingsessie: 'school' introduceerde De Bruijn (2015) het frame dat nu heerst in het maatschappelijk debat over onderwijs en kwaliteit. Hiervoor gebruikte hij de term 'drama driehoek', een model voor communicatie en samenwerking, bedacht door Stephen Karpman. In deze drama driehoek spelen de actoren een rol van slachtoffer, aanklager of redder. Toegepast op kwaliteit van onderwijs is het drama als volgt. Allereerst zijn er de besturen in de rol van aanklagers, de boosdoeners die alleen naar de cijfers kijken en zelf geen verantwoordelijkheid nemen als die cijfers slecht zijn. Dan komen de docenten die in de rol van slachtoffer worden geplaatst, zij hoeven zelf niet na te denken en voelen dat ze niet de ruimte kunnen nemen om te acteren/reageren. Als laatste is daar nog de redder, die hier tegenin gaat en zich opstelt als een soort ambassadeur, 'een persoon met lef'. Zo’n frame is mooi om een sociale constructie mee weer te geven, afgebakende hokjes waarin mensen een rol spelen, maar we komen niet verder met het gesprek over kwaliteit van onderwijs als we deze framing aanhouden, zo stelde De Bruijn tijdens zijn presentatie, een stelling die ik onderschrijf. We kunnen namelijk beter rekening houden met processen die verweven zijn in deze drama driehoek in plaats van alleen naar posities te kijken. Door de docent louter en eenzijdig in de rol van slachtoffer te plaatsen wordt hen het vermogen van onderhandelen en agency ontkend. Zo ontstaat er geen middenweg waar verschillende dimensies bij elkaar komen en die de geleefde realiteit van de docent weergeeft. Dit leidt mij tot de vraag: 'moeten alle docenten redders worden of moeten we juist verder kijken dan de dichotomie slachtoffer-redder?'. Ik stel dat laatste voor en leg hieronder uit waarom.
Voor mijn bachelor scriptie culturele antropologie (Stet, 2012) analyseerde ik de representatie van gemigreerde Mexicaanse vrouwen in de wetenschappelijke literatuur in termen van empowerment en veranderde genderrollen. Ook in de literatuur heerste een frame van heldinnen en slachtoffers, zoals Davids en van Driel stellen: “within the debates on gender and globalisation one-dimensional representations of women as victims or heroines are evoked” (2009, 906). Een tool om een dergelijke dichotomie te analyseren die ik als erg verhelderend heb ervaren is die van de 'gender lens'. Dit is een multidimensionale benadering die zich focust op de verbondenheid en dynamiek tussen de symbolische, structurele en subject dimensie. Een discours, gelegen in de symbolische dimensie, is een aangenomen waarheid verspreidt via taal en andere vormen van communicatie. Een discours werkt representaties in de hand en forceert een individu een bepaalde rol aan te nemen. Dit is bijvoorbeeld te zien bij het gender discourse, er wordt van vrouwen verwacht dat zij traditionele rollen aannemen van echtgenote en moeder. Dit impliceert in de structurele dimensie zoals een huwelijk dat zij geacht worden thuis te blijven en voor de kinderen te zorgen. Hoewel de vrouw door het discours in een rol wordt geforceerd is deze niet statisch en abstract. Zoals Davids en van Driel ook stellen: “Identities are not as exclusive, cohesive and fixed as imagined, but turn out to be in process and multiple” (2007, 11). Dit laatste is terug te zien in de subject dimensie. De subject dimensie omvat het proces waarin individuen handelingsruimte innemen en hun identiteit vormen.
Ik pas deze benadering hier nu toe op docenten. In de symbolische dimensie schijnt er een discours te bestaan dat de docent als slachtoffer representeert zoals het frame van De Bruijn (2015) ook suggereert. In de structurele dimensie, dit kan de school zijn maar bijvoorbeeld ook het congres Kwaliteit van Onderwijs zelf, worden als het ware deze discours en representatie bevestigd (zie mijn observaties hierboven). Deze twee dimensies hebben invloed op hoe de docent zichzelf ziet. We kunnen echter in een realistischere wereld stellen dat docenten ook een bewustzijn hebben. Een bewustzijn van hun positie en de sociale omstandigheden waar zij mee te maken hebben en wat hen een gevoel van agency geeft, “Ik mag hier ook wat van zeggen”. Ik ben er daarom voor om naast de toegeschreven rol van docenten ook te kijken naar hun subjectpositie (Davids en van Driel 2002). Dit betekent dat mensen, hoewel zij in een bepaald discours zitten ook controle over hun positie in dat discours kunnen nemen. Niet alleen het discours en de uitwerkingen daarvan in de structurele dimensie bepalen wat de docent is, maar ook de processen verweven in de subject dimensie en hoe identiteit wordt gevormd door het individu zelf.
Het denken in frames is een menselijke truc, om maar grip te krijgen op ingewikkelde processen en problemen, maar ik denk dat we groepen, zoals docenten, tekort doen als we niet verder kijken. Wat ik zag en hoorde op het congres is dat de docent vast zit in een underdog positie, waarbij ook de docent zelf deze positie bevestigt. Het gevaar hier is dat representaties in stand wordt gehouden. Het lijkt mij interessant om een meer bottom-up benadering te hanteren, waarin rekening wordt gehouden met de subjectposities van docenten en de manieren waarop zij onderhandelen met bestaande discoursen en daaruit voortvloeiende frames. Wat we dan zullen ondervinden, zo verwacht ik, is dat er meerdere rollen te vergeven zijn. Het gesprek over kwaliteit van onderwijs lijkt nu te stagneren omdat er vooraf gedefinieerde rollen worden toegeschreven aan de deelnemers van dit gesprek. De posities zijn al bepaald en als we ons daar krampachtig aan vasthouden, negeren we de dynamiek. Maar, zoals een van de conclusies van het congres luidt kwaliteit is dynamisch. Laten we in het gesprek over kwaliteit van onderwijs dan ook beginnen met de dynamiek van de spelers die betrokken zijn bij dat gesprek.
Geraadpleegde Bronnen:
De Bruijn, H. 2015. Congres Kwaliteit van Onderwijs. Tijdens: Verdiepingssessie School.
Davids, T. en van Driel, F. 2002. Van Vrouwen en Ontwikkeling naar Gender en Globalisering, in: Bas Arts, Paul Hebnick, Ton van Nearssen (red.) Ontwikkeling anders gedacht, essays over de Derde Wereld, Amsterdam, Jan Metz: 60-85.
Davids, T. en van Driel, F. 2007. The Gender Question in Globalization. Changing Perspectives and Practices. Alderschot, Ashgate.
Davids, T. en van Driel, F. 2009. The unhappy marriage between gender and globalisation, in: Third World Quarterly, 20 (5): 905-920
Stet, S. 2012. Mexican Women and Migration: Examining Representations on Change and Empowerment. (niet-gepubliceerde scriptie). Radboud Universiteit, Nijmegen.
[1] ‘De docent’ verwijst naar een ieder die onderwijs verstrekt, van basisschool docent tot hoogleraar