Als kind al keek ik vol bewondering naar jongleurs. Ze gooien en vangen kegels, ballen en brandende fakkels in de lucht alsof het de normaalste zaak van de wereld is. Nog steeds sta ik stil om te blijven kijken als ik een jongleur zie.
Jongleren met drie ballen volg ik nog, maar zodra het er meer dan drie worden, raak ik de draad kwijt. Ik snap simpelweg niet hoe ze het doen, die afwisseling van gooien met juist links of rechts, hoger, lager, achterlangs, onder benen door… Als je er naar kijkt, heeft het iets magisch.