De uitgekomen voorspellingen van Hilda Verweij-Jonker

De uitgekomen voorspellingen van Hilda Verweij-Jonker

Kunnen wetenschappers de toekomst voorspellen?* Recent werd met een antwoord op deze vraag een cirkel van 25 jaar rond. In 1990 stelde staatssecretaris Heerma van Volkshuisvesting de vraag hoe het zat met de kwaliteit van het woonmilieu in de toekomst. Concreet, over 25 jaar in 2015. Geen van zijn ambtenaren wist het antwoord, hoewel zijn departement deels een geoliede beleidsmachine was die bergen nota’s ophoestte.  

Op 14 november 1990 kwam de top van het departement in het Kurhaus bij elkaar met een aantal belanghebbenden voor een seminar over de kwaliteit van de gebouwde omgeving in 2015. Ik mocht als jong ambtenaar het seminar organiseren, deels voorzitten en de redactie voeren over het boek dat naar aanleiding daarvan is verschenen **. Zes wetenschappers, de top van het vak, waren uitgenodigd voor zes onderschieden thema’s, te weten het woonmilieu van de stad, het suburbaan perspectief, het dorp, de stand van zaken in het woonomgevingsonderzoek, de casestudy Bijlmer en de start was een sociologische beschouwing vanuit 1990 voor 2015.

Het is interessant in 2015 naar die sociologische beschouwing te kijken, vooral ook om dat juist de noties uit die inleiding nu in 2015 daadwerkelijk kunnen worden herkend. Hilda Verwey-Jonker (1908-2004) was sociologe van dienst. Zij was een gerenommeerd sociologe en prominent PvdA (en ooit SDAP) politica. Integratie was een groot deel van haar leven haar thema. In 1971 stelde zij voor het woord gastarbeider of immigrant te vervangen door allochtoon om het blijvende karakter te onderstrepen. Recent haalde schrijver Zinhi Özdil het programma Pauw Verwey-Jonker als uitvinder van deze term aan. Zij maakte in de tijdgeest van toen een onderscheid naar kleur met als argument dat ze niet West-Duitsers of Fransen bedoelde, maar mensen uit een cultuur wat verder hier vandaan. Allochtoon betekent letterlijk "van andere aarde". Özdil noemde het een raciale (dus niet een racistiche) term. Waarom bleef hangen in een andere vertaling dan hier genoemd. Met de maatstaven van nu is allochtoon wellicht een raciale term, maar de motieven van Hilda Verwey-Jonker waren hoe dan ook anders.

Verwey-Jonker zette in 1990 kort en helder de sociale omgeving voor de woningbouw voor 2015 als volgt op een rijtje.In 2015 zullen grote emigratiestromen uit het dan nog steeds gedestabiliseerde Oost-Europa onze kant opkomen. De instroom van Islamieten (toen met een hoofdletter) zal naar te verwachten nog verder toenemen. Werken zullen ze uiteraard wel en ook de taal zullen ze wel leren. Maar zelfs twee generaties na nu (1990) zullen ons stelsel van normen en waarden, op punten waar dat in conflict is met het hunne, blijven afwijzen en misschien zullen ze zich er nog sterker tegen gaan afschermen dan nu het geval is. Dat heeft te maken met groepsvorming en met de afstand tussen hun culturele tradities en de onze. Zodra er grote groepen zin uit één land of streek en met één godsdienstige achtergrond, vindt er groepsvorming plaats die in een vreemde omgeving sterker bindt dan misschien thuis het geval is. Zeker als de normen en waarden van de ontvangende samenleving haaks staan op die ze van huis hebben meegekregen. Emancipatie betekent dan dat ze zich in bepaalde opzichten los zullen maken van hun oude vaderland. Maar ook dat ze zich los maken van onze culturele waarden en hun eigen gemeenschap gaan opbouwen en een nieuwe ‘zuil’ gaan vormen in onze grotendeels ontzuilde samenleving.

En over de gevolgen voor de woonomgeving meldde Verwey-Jonker in het debat na haar inbreng dat we in sommige steden om die redenen een kasbah zouden krijgen van Islamieten die bij elkaar en in elk geval rond een moskee zouden willen wonen met eigen scholen en winkels voor degenen die zich niet via het onderwijs hoger op de maatschappelijke ladder zouden gaan ontwikkelen. Ze voorspelde onder meer woningen met aparte vrouwenvertrekken. Geen probleem, die kasbah met aparte vrouwenvertrekken, hun goed recht volgens Verwey-Jonker zolang het maar geen afbraakwoningen zijn. Afsluitende boodschap voor de ambtenaren die erover gingen op het congres en in het boek: We zullen in de komende 25 jaar met dit soort problemen te maken krijgen en het is beter er maar vast op voorbereid te zijn.

Er volgde een stevige discussie die zich de hele dag voortzette, ook verwerkt in het boek. Hoe merkwaardig dat nu ook lijkt, dit was niet iets wat je zomaar zei in 1990. Zeker niet voor een PvdA politica. In gesprekken met mij rond het seminar voegde ze er met een bijbelse metafoor nog toe: “Het zijn hier de vleespotten van Egypte. Immigratie is van alle tijden en jullie hebben dat als ambtenaren niet in de gaten.”

Verwey-Jonker’s beschouwingen, destijds in 1990 na een rijk leven vol ervaringen uit de losse pols gepresenteerd, roept de vraag op: Hoe kijk je naar lange termijn ontwikkelingen? De school van de Franse Annales historici onderscheidt drie lagen in de geschiedenis. De geografische tijd met langzame, maar onvermijdelijke veranderingen, bijvoorbeeld de klimaatwisselingen. De tweede is die van de sociale en culturele veranderingen, de institutionele geschiedenis. De derde is die van gebeurtenissen, de politieke en individuele geschiedenis.

Zo kijken naar ontwikkelingen levert een ander perspectief op. De huidige immigratiestroom is geen incident, geen op zichzelf staande gebeurtenis. We lijken de andere tijdlagen te ontkennen. Wat let onze bestuurders om op lange termijn naar ontwikkelingen te kijken en mensen in de samenleving daarin mee te nemen?  Veilig alles wegzetten in beleidsnota’s gaat niet werken. Alle leegstaande ruimtes mobiliseren voor vluchtelingen op de lange termijn ook niet. Schreeuwen in een sportzaal brengt ons evenmin verder.

Uit de losse pols op basis van wetenschappelijke kennis, ervaring en gevoel duiden wat er gebeurt en wat er daarom aan zal komen, levert inzicht op, zo leert het gelijk van Hilda Verwey-Jonker. Daar kunnen veel bestuurders nog wat van leren.

* Deze blog is een iets uitgebreidere versie van een artikel van mijn hand dat is verschenen in het Parool van 9 december 2015 en is overgenomen door de Leeuwarder Courant van 10 december en een dag later door het magazine M&C.

** Woonmilieu in perspectief. De kwaliteit van de gebouwde omgeving in de toekomst; uitgeverij Delwel 1991 ISBN 90-6155-457-8 (recensies: VROM Berichten 21, 22-5-1991; Binnenlands Bestuur, 21-6-1991; Het Financieele Dagblad, 17/19-8-1991)

Tags: