Toen ik in 2003 mijn onderzoeksbureau ‘Organisaties leren onderzoeken’ (kortweg: OrléoN) noemde, kon ik niet vermoeden dat ik nu een blog zou schrijven over iets wat ik blijkbaar al die tijd over het hoofd had gezien en wat dat ‘leren onderzoeken’ maar steeds zo lastig maakte. Natuurlijk, ik kreeg door de workshops die ik gaf steeds beter de didactiek van leren onderzoeken in de vingers. Met name ook mijn studie in de psychologie van de onderzoeker voor Handboek Buitenpromoveren heeft me enorm geholpen om de ontwikkelingen in het denkproces van onderzoek in eenvoudige stappen en schema’s onder te brengen. Het adagio ‘als je wetenschapper wil worden, moet je doen wat wetenschappers doen’ heeft een hoog en bijna geruststellend ‘oh, is dat alles?’ gehalte. Dat ‘doen wat wetenschappers doen’ verre van eenvoudig is, is vers 2 en een inspanning die (toekomstige) onderzoekers bereid zijn te plegen. Maar wat als dat leren onderzoeken niet je primaire hobby of je (beoogde) broodwinning is? Wat als het een verplicht vak in je opleiding tot iets anders is? Wat als je het moet, omdat het toen je even niet zat op te letten als onderdeel van je professionalisering in je dagelijkse werk is geslopen?
Een ‘onderzoekende houding’ is steeds vaker onderdeel van opleidingen en het werkend bestaan. Regelmatig maak ik deel uit van een multidisciplinaire werkgroep waarin het ‘leren onderzoeken’ handen en voeten moet krijgen. Heel vaak en heel voortvarend gaan we dan aan de slag om een programma te maken waarin alle herkenbare onderdelen van onderzoek in de welbekende volgorde een plek krijgen: wat wil ik weten (vraagstelling), wat is er al bekend (literatuuronderzoek), welke data verzamel en analyseer ik hoe (methode), hoe schrijf ik mijn bevindingen op (resultaten), wat weten we daarna (conclusie) en wat vinden we daarvan (discussie)? Easy peasy, toch? Nee. Het gaat vaak goed, maar vaker nog volgen bij de uitvoering van het programma frustraties. Waarom?
Ik denk inmiddels, 15 jaar later dus, dat dit komt door een fundamenteel gemis. De wereld van de wetenschap is ongelooflijk divers en rijk, en steeds opnieuw stappen we in de valkuil van een enkel model voor onderzoek (zie hierboven). Dit is ook het bekendste model, je vindt het terug in alle artikelen en scripties. Zo werkt dus een onderzoeker, is de suggestie, en zo leer je dus ook onderzoeken. Mis. Achter het doen van onderzoekers gaat een wereld van denken schuil. Het heeft weinig zin om de handelingen van onderzoekers te imiteren als je niet weet wat ze erbij denken. En dat is nou net waar onderzoekers het niet over hebben: hun tacit knowledge. Maar laat dat nou juist zijn wat die ‘onderzoekende houding’ is en wat ‘leren onderzoeken’ meer zin kan geven.
Leren onderzoeken is anders dan leren om een kast in elkaar te zetten. Een kast leren maken doe je niet door een kant-en-klaar exemplaar na te bouwen, maar door te kijken hoe een meubelmaker te werk gaat en het dan zelf onder diens begeleiding te oefenen, van eenvoudig tot steeds complexer. De tacit knowledge van de meubelmaker is zichtbaar in concrete handelingen met concrete instrumenten en concrete materialen, en desgevraagd kan hij antwoord geven op vragen waarom hij het zus en niet zo aanpakt. Dit meester-gezel model is bij leren onderzoeken niet op dezelfde manier uit te voeren, want een onderzoeker werkt niet met vergelijkbaar tastbare materialen in vergelijkbaar waarneembare handelingen. Het materiaal van de onderzoeker bestaat verder lezen...